
De moeizame weg naar het schildersdoek voor vrouwen door de eeuwen heen
, door Collectioneurs .nl, 11 min lezen
, door Collectioneurs .nl, 11 min lezen
Door Art Dumay: Annique van Vugt
Een vrouwelijke kunstenaar zijn is geen gemakkelijke opgave. Door de eeuwen heen werden vrouwen niet als serieuze kunstenaars gezien, konden ze niet rechtstreeks geld verdienen en mochten ze niet naar dezelfde kunstacademies als mannen. In deze blog leest u over de obstakels die vrouwen moesten overwinnen om kunstenares te worden van de 19e eeuw tot nu. Ook besteden we aandacht aan vrouwen die er ondanks alles in slaagden succesvol te worden.
Om gezien te worden als professioneel schilder die meetelde moesten vrouwen in de 19e eeuw van goede huize komen! Vrouwelijke schilders werden als ongepast beschouwd. Er werd op hen neergekeken als ze geld ontvingen voor hun werk. Als ze voor hun inspiratie ook nog eens zelfstandig reisden, werden ze gewantrouwd door de maatschappij.
Het perspectief van de verschillende klassen
De sociale klassen - laag, midden en hoog - hadden elk hun eigen motieven om een vrouwelijke schilder als ongepast te duiden. De lagere klasse zag vrouwen enkel als moeders en echtgenotes, niet als professionals. De midden- en hogere klasse vonden schilderen wel gepast als een verfijnde hobby, maar niet als beroep. Als een vrouw schilderde als tijdverdrijf, mocht ze alleen stillevens, bloemen, fruit en portretten maken,. Landschappen werden als te moeilijk beschouwd voor vrouwen.
Onderwijs
Onderwijs vormde een andere barrière. Tekenen naar levend model werd gezien als essentieel voor een kunstenaar, maar vrouwen werden hier van uitgesloten. Grote kunstacademies lieten pas laat in de 19e eeuw vrouwen toe. Hun enige kans op onderwijs was via privéleraren of vrouwenscholen, waarvan de eerste pas in 1861 werd opgericht. En zelfs deze vrouwenscholen hadden minder middelen dan die voor mannen, wat leidde tot ongelijk onderwijs.
Verdere obstakels
Ook als een vrouw leerde om te schilderen, verdwenen de obstakels niet. Tentoonstellen was lastig, want veel instituten hadden mannelijke juryleden die bevooroordeeld waren tegenover vrouwelijke kunstenaars, omdat ze hen als minder serieus en inferieur beschouwden. Voor mannelijke kunstenaars hielp het systeem en hun netwerken om kopers, opdrachten of aandacht te krijgen, wat voor vrouwen niet beschikbaar was. Mannen mochten contracten tekenen en hun geld rechtstreeks ontvangen. Vrouwen daarentegen mochten geen contracten tekenen en als ze geld verdienden, ging dat naar hun echtgenoot of vader.
Sientje Mesdag - van Houten (1834 - 1909)
Sientje Mesdag - van Houten werd geboren in 1834 in Groningen in een gezin met negen kinderen. Haar familie bezat een houtzaagmolen en haar oudste broer werd minister, wat laat zien dat haar familie van de midden tot hogere klasse was. In 1856 trouwde ze met Hendrik Willem Mesdag, die later bekend werd als marineschilder. Haar man besloot in 1864 zich volledig op schilderen te richten, wat mogelijk was door de erfenis van Sientjes vader. Sientje Mesdag - van Houten heeft haar hele leven getekend en geschilderd, maar toen haar enige kind helaas overleed, richtte ook zij zich volledig op schilderen.
Ze kreeg tekenles van een leraar en had de volledige steun van haar man, wat in die tijd zeer zeldzaam was. Ze werd ook geholpen door twee andere mannelijke kunstenaars: Willem Roelofs en Lourens Tadema (wie tevens ook haar neef was).
Sientje Mesdag - van Houten werd behoorlijk succesvol. Ze had tentoonstellingen over de hele wereld, waaronder in Australië, België, Frankrijk, Oostenrijk en het Verenigd Koninkrijk. In 1884 ontving ze een gouden medaille in Amsterdam voor haar landschappen en in 1889 een bronzen medaille in Parijs en in Melbourne, ook voor haar landschappen.
Sientje Mesdag - van Houten kon in deze periode succesvol worden door haar welvarendheid, de hulp van mannelijke kunstenaars en de steun en aanmoediging van haar man.
Margaretha Cornelia Henrietta Rooseboom (1843 - 1896)
Margaretha Rooseboom werd geboren in 1843 in Den Haag. Ze begon al op jonge leeftijd met schilderen dankzij haar vader. Haar vader was zelf schilder (Nicolaas Rooseboom) en gaf de jonge Margaretha schilderles. Toen ze 24 was wilde ze zich richten op de aquareltechniek en kreeg les van haar grootvader (Andreas Schelfhout). Via haar grootvader kwam ze in contact met de romantische schilderstijl.
Later, in 1892, trouwde ze met de schilder Johannes Vogel, met wie ze sinds 1887 samenwoonde.
De schilderijen van Margaretha Rooseboom waren zeer gewild bij het publiek en ze had een lidmaatschap bij Pulchri Studio, waar ze vaak haar stillevens exposeerde. Ze was ook lid van de Amsterdamse vereniging Arti et Amicitiae. Haar werk kreeg wereldwijd meerdere prijzen, waaronder in Wenen, Chicago en Atlanta. Daarmee werd ze een zeer succesvolle kunstenaar in haar tijd.
Margaretha Rooseboom kon succesvol worden doordat haar familie bestond uit schilders die haar hielpen met haar kunst en haar hielpen met een netwerk op te bouwen.
Klik hier om dit werk te bekijken van Margaretha
Coba Ritsema (1876 - 1961)
Coba Ritsema werd geboren in 1876 in Haarlem. Ritsema werd geboren in een familie vol kunstenaars. Haar grootvader was amateur-schilder, haar vader lithograaf en de neef van haar moeder was schilder en etser. Later werd ook haar broer lithograaf.
Coba Ritsema had het geluk dat ze naar een kunstschool kon. Ze kreeg tekenles aan de Haarlemse School voor Kunstnijverheid van 1891 tot 1893. Later ging ze ook naar de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam, waar ze les kreeg in een klas speciaal voor vrouwen.
In 1899 verhuisde ze terug naar Haarlem en kocht een huis en atelier in Amsterdam. Tijdens deze periode had ze moeite een leraar te vinden, omdat men vond dat Ritsema hun begeleiding niet nodig had. Ze werd later lid van de Lucasvereniging en van Arti et Amicitiae, waar ze een van de eerste vrouwelijke stemgerechtigde leden werd. Haar erkenning kwam echter pas later, in 1910, toen ze een medaille won in Brussel en later twee medailles in Amsterdam. Ook ontving ze een Koninklijke medaille van Koningin Wilhelmina. Na het ontvangen van deze prijzen sloot ze zich aan bij de Amsterdamsche Joffers en gaf ze schilderles aan andere vrouwen.
In 1947 kreeg ze het grootste compliment dat een vrouwelijke schilder in die tijd kon krijgen: dat haar werk evengoed van een man had kunnen zijn.
Coba Ritsema groeide op in een familie vol kunstenaars, wat haar een netwerk gaf om mee te beginnen. Haar familie was ook rijk genoeg om haar naar de kunstacademie te sturen. Hoewel ze moeite had met het vinden van een leraar en in een vrouwenklas zat, werd ze toch succesvol door haar familie en doorzettingsvermogen.
Klik hier om dit werk van Coba Ritsema te bekijken
De 20e eeuw bracht enkele kleine veranderingen in hoe vrouwelijke kunstenaars werden gezien. Om de situatie volledig te kunnen uitleggen, hebben we de 20e eeuw opgedeeld in 1900 - 1950 en 1951 -1999.
1900 - 1950
Vergeleken met de 19e eeuw kregen vrouwen langzaam toegang tot formele kunstopleidingen. Al werden ze nog steeds niet gelijk behandeld als hun mannelijke tegenhangers en kregen ze bijvoorbeeld nog steeds geen toegang tot modeltekenen.
Vrouwelijke kunstenaars werden nog steeds vaak als amateuristisch of als decoratieschilder gezien en niet als gelijken van mannen die in dezelfde stijl werkten. De focus in kunststijlen lag nog steeds enkel op mannen. Dit gebeurde ook als een vrouw en haar echtgenoot schilderden. De focus werd gelegd op de man en de vrouw werd over het hoofd gezien.
Toch vond er een belangrijke verandering plaats. Vrouwen mochten schilderes worden en geld verdienen. Maar er bleef een maatschappelijke overtuiging bestaan dat ze moesten stoppen met werken zodra ze trouwden of kinderen kregen. Dit gaf vrouwen de druk om te kiezen tussen familie of kunst.
1951 - 1999
Na de oorlogen werd van vrouwen verwacht dat ze terugkeerden naar hun huishoudelijke rol. Dit leek misschien een stap terug. Maar de feministische golf kwam eraan. Feministische programma’s en activistische tentoonstellingen werden georganiseerd en meerdere kunstenaars daagden het patriarchale systeem uit. En misschien wel het belangrijkste: musea werden publiekelijk aangesproken op het marginaliseren van vrouwelijke kunstenaars.
Dit zorgde voor een kleine verandering. Meer vrouwen konden hun werk tentoonstellen en werden langzaam geaccepteerd door de maatschappij. Hoewel er nog steeds veel mannen waren die vrouwelijke kunstenaars niet serieus namen, werd er wel vooruitgang geboekt. Hierdoor werd kunstenares worden een realistischere droom voor velen. Vanaf 1980 had een vrouwelijke kunstenaar geen man meer nodig om succesvol te worden.
Ada Breedveld (1944)
Ada Breedveld werd geboren in 1944 in Dordrecht. Ze werd niet geboren in een artistieke familie en groeide op in een tijd waarin de kunstwereld weer sterk door mannen werd gedomineerd.
Breedveld experimenteerde veel met kunst en ontwikkelde haar eigen stijl. Ze volgde geen formele kunstopleiding en had ook geen leraar. Dit resulteerde in unieke kunst en uiteindelijk in een herkenbaar stijlelement: de “Dikke Dames”.
De Dikke Dames maakten Ada Breedveld succesvol, vooral bij vrouwen. Door haar populariteit kreeg ze de kans kunst te maken voor ansichtkaarten, kalenders, posters en cadeaus. Ze vergrootte haar bekendheid ook door te exposeren op kunstbeurzen, festivals en in galerieën. Zo werd ze een succesvolle kunstenaar.
Hoewel ze obstakels kende, slaagde ze erin haar droom te realiseren door iets herkenbaars te creëren dat zeer populair werd. Dit leidde tot haar succes.
Klik hier om dit werk van Ada Breedveld te bekijken
Marlene Dumas (1953)
Marlene Dumas werd geboren in 1953 in Kaapstad, Zuid-Afrika, en groeide op in de West-Kaap, waar haar vader een wijngaard bezat.
Dumas groeide op onder het systeem van apartheid en verwerkte haar politieke zorgen en reflecties op haar identiteit als blanke vrouw van Afrikaanse afkomst in haar schilderijen.
Marlene Dumas studeerde kunst aan de Universiteit van Kaapstad en later aan Ateliers ’63 in Nederland. Na haar kunststudies studeerde ze ook psychologie aan de Universiteit van Amsterdam.
Voor haar kunst gebruikte Dumas vaak polaroidfoto’s van haar vrienden en relaties als referentie. Vanaf de jaren ’90 groeide haar wereldwijde bekendheid, wat resulteerde in meerdere solotentoonstellingen in Europa. Ze werd een van de meest succesvolle vrouwelijke kunstenaars, en is een van de drie nog levende vrouwelijke kunstenaars van wie een werk is verkocht voor meer dan 1 miljoen Amerikaanse dollar.
Later gaf ze les aan meerdere kunstacademies, waaronder in Amsterdam, Tilburg en Enschede.
Doordat Dumas haar carrière begon in een tijd waarin vrouwelijke kunstenaars zichtbaarder werden en meer geaccepteerd, kwam zij op het juiste moment met haar kunst. Vrouwelijke kunstenaars werden erkend als echte kunstenaars, wat haar de kans gaf om door te breken.
Klik hier om dit werk van Marlene Dumas te bekijken
Hoewel vrouwen tegenwoordig toegang hebben tot modeltekenlessen en dezelfde kunstacademies kunnen volgen als mannen, is er nog steeds sprake van ongelijkheid in de kunstwereld.
Volgens onderzoek van Chad M. Topaz (2019) is 85% van de kunst in galerieën nog steeds van mannelijke kunstenaars. Dus hoewel het nu makkelijker is om kunstenaar te worden als vrouw zijnde, blijft de weg naar de top voor veel vrouwelijke kunstenaars een zware route.
Klik hier om onze collectie "Vrouwelijke Kunstenaars" te bekijken
Klik hier om onze volledige collectie moderne kunst te bekijken
Klik hier om onze volledige collectie klassieke kunst te bekijken